Bs'd
"Buckle your seat belt Dorothy, cause Kansas is goin' bye bye"http://www.youtube.com/watch?v=0-JJuHpfN5gDe volgende lezing is gegeven door Dr Gerald Schroeder. Hij is een atoomgeleerde, afgestudeerd aan M.I.T; the Michigan Institute of Technology, één van de beste universiteiten ter wereld. Hij was in zijn hoedanigheid als atoomgeleerde aanwezig bij zes ondergrondse kernproeven van het Amerikaanse leger.
Later heeft hij aan M.I.T. biologie gestudeerd, en is werkzaam geweest als bioloog.
Momenteel geeft hij les aan een talmoed academie in de oude stad van Jeruzalem.
Met wijsheid heeft God de hemel en aarde geschapen.
Het universum als een symbool van gedachten.
Een lezing gepresenteerd aan het Smithsonian Institution Conference: Complexity Theory and Semiotics: Het Ontrafelen van de Mysterie van de Natuur, en de Natuur van het Mysterie
Mei 11 2002
We leven in een wereld, ondergedompeld in wat George Gilder noemt: 'Het bijgeloof van de materialist'. Als we het niet kunnen zien, wegen, of aanraken, dan bestaat het niet. Dit gezichtspunt is niet verrassend. Wij zijn zelf mateiele wezens, in de zin dat wij gemaakt zijn van materie. Al onze natuurlijke zintuigen reageren op materie in de één of andere vorm. Door de milennia van onze ontwikkeling was het onze materiële omgeving die onze zintuigen vormde en aanscherpte. Maar er heeft een revolutie plaatsgevonden in dit gezichtspunt. Het begon met de verbazingwekkende relativiteitswetten van Einstein, dat het verloop van de tijd niet constant is, en dat de afmetingen van ruimte flexibel zijn. Toen kwam de onzekere onduidelijke wereld van het quantum. En plotseling was onze klassieke kijk op de realiteit, de ingebakken denkfout dat de realiteit zich moet gedragen volgens onze logica, volledig te niet gedaan. We hebben ontdekt dat de realiteit in de plaats staat van, of beter gezegd, representatief is voor een diepere essentie van waarheid.
En dat is wat ik hier will bespreken; het idee dat, ik geef toe dat het nog speculatief is, dat de waarheid van ons heelal niet is zoals wij het waarnemen. Zelfs niet met behulp van de meest geavanceerde deeltjesversnellers en de krachtigste ruimtetelescopen. Dat vanuit de onzichtbare wereld van van het quantum tot aan de uitgestrektheid van het heelal, ons universum meer lijkt op een gedachte dan op een ding.
De studie van ons universum is de ultieme vorm van semantiek.
Het materiële universum is echt in de zin dat het tastbaar aanwezig is. Ik meet de omvang, het gewicht, de hardheid van een object. Verkrijg waarden. Anderen doen hetzelfde, en verkrijgen dezelfde waarden. Het is niet mijn verbeelding dat wanneer ik van mijn veranda kijk, dat ik dan een rij met cypressen zie die onze grens markeren. Ik ben een deel van de materiële wereld, en de bomen ook.
En daarin zit het probleem. We zijn allemaal onderdeel van hetzelfde systeem. Is mijn perceptie van de materiële wereld een artefact van hoe ik, de waarnemer, gebouwd ben? Ik geloof dat het Bertrand Russel was die zei: “Het idee dat er harde kleine klompjes zijn die elektonen, protonen, en neutronen zijn, is afkomstig … van onze waarneming door aanraking. We ervaren de wereld als bestaande uit deeltjes omdat de persoonlijke ervaringen die wij hebben met de wereld voornamelijk plaatsvinden door onze tastzin. Maar het is een fout om onze waarneming van de realiteit te verwarren met de realiteit zelf. Wij zijn zo volledig en totaal ondergedompeld in het systeem dat wij het zien in er aan gerefereerde termen. Ik bedoel: Als een ijsblokje kon praten, en een ijsblokje raakte een andere aan, zou hij dan zeggen: “Wow, wat ben jij koud!”? Nee. Het zou de ander zien als hetzelfde als zichzelf. Ik vraag me af de vissen zich meer bewust zijn van het water waar ze in zwemmen dan wij het zijn van onze constante stroom van bewustzijn, de “ik” van het ego dat non-stop ons hoofd overspoelt.
Maar wanneer we onze wereld gaan bekijken vanuit een meer precies perspectief, dan is het iets heel, heel anders wat we zien. Net als met een foto in een krant, die, als je hem van dichtbij gaat bekijken, alleen maar een verzameling puntjes en lege ruimtes is. Op het microscopische nivo zijn de dingen die we atomen noemen datgene wat de solide massa's maken die we kennen en voelen. De positieve kern omgeven door de negatieve elektronen. Vergroot de atoomkern tot het formaat van een sinasappel, en waar is dan de elektronenwolk? Meer dan zes kilometer ver weg in elke richting. Zes kilometer van volledig lege ruimte. Niet een ruimte gevuld met lucht, want lucht is iets. De zes kilometers zijn volledig totaal leeg, ontdaan van alles, alleen gevuld met de virtuele nooit geziene veronderstelde fotonen die op de één of andere manier de elektronen vasthouden in hun baan om de kern. De verhouding van het volume van een sinasappel tot een bol met een doorsnede van zo'n 12 kilometer is 1 op 10^15 (10 tot de macht 15, dat is een 1 met 15 nullen). Probeert u zich de onmogelijkheid voor te stellen om een sinasappel te vinden in een bol van 12 km doorsnee. Het zou een mensenleven kunnen duren. Een steen kan zeer solide aanvoelen, maar het is vrijwel uitsluitend lege ruimte, wat solide aanvoelt door de virtuele, nooit geziene krachtvelden.
En in de micro-wereld van het quantum vervagen zelfs de protonen, neutronen en elektronen in een wazige niet strak afgebakende nevel, een wolk van krachten.
Het was Louise de Broglie, in de 1920's, die een doos van Pandorra opende met zijn inzicht, eerst als theorie, later door experimenten, dat materie zowel als licht, golfeigenschappen moest bezitten. Door deze realitsatie werden deeltjes golven, uitgerekt, en niet langer met een vaste afmeting.
Wanneer ik naar de vingervormige bladeren kijk aan die cypressen dan vraag ik me af welk aspect van de natuur werkelijkheid is, en wat een metafoor.
Slechts weinig wetenschappers vandaag de dag geloven niet in de big bang. Het standaardmodel is dat op de één of andere manier, van het absolute niets, - niets in de zin van geen ding, geen materie, geen tijd, geen ruimte zoals wij dat kennen – kwam een enorme uitbarsting van extreem hete energie, electromagnetische straling, of, in andere woorden, superkrachtige lichtstralen. Dat was het begin van alles wat bestaat of bestaan heeft. Alles is gevormd van die eerste energie. Wij zijn gemaakt van en worden aangedreven door die vijftien miljard jaar oude uitbarsting van energie.
Ik heb er geen problemen mee om te begrijpen hoe een ambachtsman een vormloze klomp zilver omzet in een prachige schaal, maar ik heb niet het geringste benul hoe die uitbarsting van energie, feitelijk superkrachtige lichtstralen die helemaal geen massa hebben, hoe die kunnen veranderen in de solide elementen die tezamen de hele materiële wereld vormen. En toch hebben we ontdekt dat het hele universum een manifestatie is van de energie van de big bang, uitgedrukt in een veelheid van verschillende vormen.
Rene's Magritte's schilderij van een pijp lijkt precies op een pijp, en van een afstandje ziet hij er echt genoeg uit om te roken. Maar van dichtbij zien we dat het slechts verf op canvas is. Hoe zou onze wereld er uit zien als we het van heel dichtbij zouden kunnen bekijken?
“Traditie kan een parasiet zijn, zelfs een vijand” aldus schreef Frank Lloyd Wright in zijn brilliante klassieker “The Natural House”. De buitenste laag van onze hersenen is de cortex, waar pure logica gezeteld is. Maar onder de cortex zit het limbisch systeem, gevuld met emoties en herinneringen. En deze herinneringen bepalen in grote mate hoe we met onze logica omgaan. Soms blijven we vasthouden aan onze tradities terwijl onze logica ons zegt dat het contraproduktief is voor ons, of zelfs wanneer het ons zegt dat het fout is.
Het lied wat een vogel leert in zijn jeugd is het lied dat hij zijn hele leven zingt. En wij mensen zijn hetzelfde. Ik heb geleerd dat een atoom gemaakt is van harde kleine klompjes genaamd protonen en neutronen. En nu hebben we iets geheel anders ontdekt. Maar het is moeilijk om het lied van onze jeugd te veranderen. Hoe onlogisch het ook lijkt, het is gebleken dat deze ingebeelde deeltjes van de sub-atomische wereld krachtvelden zijn, wazig en uitgestrekt. Kan het zijn dat er een realiteit is die nog dieper gaat dan deze krachten, een enkel onderliggend substraat waar alles uit voortkomt?
Wanneer we de structuur van een water molecuul kennen, de 104 graden van de bindingshoek, gevormd door de twee waterstofatomen die elk een electron delen met het enkele zuurstofatoom, dan kunnen we voorspellen dat H2O met een hoge energie gasvormig is, zonder enige vaste orde tussen de moleculen. We noemen dit stoom of damp. H20 met matige energie is wat meer geordend, en vormt een vloeistof. H2O met lage energie vormt een ijskristal, een model van organizatie. Dit is allemaal inherent aan de chemie en de natuurkunde van de waterstof en zuurstof atomen, en het delen van hun electronen. Ik zou het bestaan van water, stoom, en ijs kunnen voorspellen van de basiswetten van de chemie van zuurstof en waterstof. Dat is een volledig reductionistische benadering, zelfs al had ik nooit zuurstof en waterstof gezien.
Maar laten we nu een paar stappen terug gaan, naar een tijd voordat er waterstof en zuurstofatomen bestonden, en voor quark confinement, naar het moment van de big bang, toen de hele wereld bestond uit energie. Toen de ruimte zich uitstrekte en de energienivo's omlaag gingen, veranderde er een klein gedeelte van die energie van vorm, en werd solide, protonen, neutronen, en uiteindelijk u en ik. Hoe? Inherent aan het H2O molecuul zijn de verschijningsvormen van gas, vloeibaar, en vast. Dat is ingebouwd in de massa en lading van de atomen.
Is er iets inherent aan de golven/deeltjes van de big bang energie dat het gevoel van soliditeit geeft wanneer ze een bepaald nivo bereiken? Is er iets wat we niet weten van straling, de natuur er van, of de structuur, dat er voor zorgt dat het de vorm van materie kan aannemen?
Ik volg een reductionistische benadering en kijk naar het universum van het begin om te zien wat we kunnen leren van de “eerste principes”.
Zelfs met deze simplistische methode zullen we een universum vinden dat heel anders is dan wat we ervaren, zelfs alleen met onze zintuigen.
Ik ga er van uit de we alle natuurwetten kennen, een kookboek van de natuurkunde en chemie in het heelal. Het eerste noodzakelijke voorbehoud is dat om de één of andere bizarre reden de zelfvernietiging van deeltjes/anti-deeltjes paren niet compleet zou zijn. Als de energie van de big bang condenseert vormt het materie en anti-materie, theoretisch in gelijke hoeveelheden, Dit zou kunnen leiden tot een totale vernietiging van alle materie, maar dat was niet het geval. Een heel klein gedeelte van de materie overleefde, en wij zijn hier als het levende bewijs van die realiteit, net als elk ander tastbaar deeltje van ons fantastische universum. Nu dit het geval is, dan, gebaseerd op de natuurwetten en de begintoestand van de big bang, kan ik voorspellen dat door de alchemie van de stellaire temperaturen en de enorme druk van de supernova's, dat de 92 stabiele elementen zich zouden vormen. Ik weet dat onder die elementen natrium en chloor zouden zijn, Ik kan dan voorspellen dat zij chemisch zouden reageren, en natriumchloride zouden vormen, gewoon keukenzout. Dat alles zou bekend zijn vanuit de eerste principes.
Maar zou ik kunnen voorspellen dat door een fantastische combinatie van de bouwstenen van materie ik vreugde, waarnemingsvermogen, bewustzijn van emoties, en het metafysische verschijnsel van liefde zou vinden? Erg onwaarschijnlijk. In de ene mix van protonen, neutronen, en elektronen, krijg ik een zandkorrel. Dan neem ik dezelfde protonen, neutronen, en elektronen, meng ze tezamen in een andere mix, en dan krijg ik een stel hersens dat feiten kan registreren, emoties kan produceren, en waaruit een geest tevoorschijn komt die al die feiten en emoties kan integreren, en die die integratie ervaart. Het zijn dezelfde protonen, neutronen, en elektronen, ze hebben geen facelift gehad. En toch schijnt het één passief te zijn, terwijl het ander dynamisch is en leeft.
Nergens in de hersenen is het heldere groen van een boomblad, het blauw van de lucht. Maar ik zie het groene blad, en ik verbaas me over het blauw van de lucht. Ik hoor geluid, maar er is geen geluid in mijn hersenen. Waar komt dit afspelen van mijn zintuigen vandaan, een afspelen wat lijkt alsof het zich fysiek in mijn hersenen bevindt? Als het dat werkelijk is, dan is het heel goed verborgen.
Het simpele antwoord is dat we de biochemie van de audio en visuele delen van de hersenen interpreteren als geluid en licht. Natuurlijk is dat het geval, maar waar?
Een verzameling letters heeft geen betekenis, en in de letters is geen hint van de subjectieve betekenis van een woord. Maar van de letters, wanneer ze gecombineerd worden volgens de regels van een taal, kan een sonnet verrijzen. Een blanco oppervlak en een pot verf zeggen ons niets, maar door een kundige compositie verschijnt er een plaatje, zo krachtig dat men het doek aanraakt om te kijken of het echt is. De sonnet zit niet in de letters, net zo min als het schilderij in de verf zit. Maar voor de fysieke uitdrukking heeft het sonnet de letters nodig en het schilderij de verf. De lading van een electron komt van een elektron, maar de lading is niet gemaakt van de elektron. Komt geest, waarnemingsvermogen, van de hersenen op een vergelijkbare manier? Elk nivo van bestaan, van de kristalstructuur van zout tot aan de veranderende complexiteit van de hersenenen, is samengesteld van dezelfde 92 elementen van ons universum, die op hun beurt weer gemaakt zijn van een mix van protonen, neutronen, en elektronen. In dit geval, op welk nivo van atomaire complexiteit komt er bewustzijn, waarnemingsvermogen?
Freeman Dyson, een natuurkundige van het Institute for Advanced Study, Princeton, zegt dat het bestaat op een zeer laag nivo: “Atomen zijn vreemde dingen, ze gedragen zich eerder als actieve wezens dan als dode materie. ….. Het lijkt er op dat bewustzijn, zoals dat zich manifesteert in de mogelijkheid om keuzes te maken, in zekere mate aanwezig is in elk atoom.” Kan bewustzijn een deel zijn van dode materie, van een atoom?
John Archibald Wheeler, voormalig president van het Americaanse Natuurkundig Genootschap, natuurkundig professor emeritus van de Princeton Universiteit, winnaar van de Einstein Award, geeft een hint hoe dat zou kunnen. Wheeler ziet de wereld als het “het” (het tastbare ding) dat ontstaan is uit een “bit” (waarvan acht een byte van informatie vormen). Hij is geciteerd als iemand die de realiteit eerst zag als gemaakt van deeltjes, en toen, toen zijn kennis toenam, zag hij de deeltjes niet langer als deeltjes, maar als de manifestatie van krachtvelden. Nu, na een leven van studie, schijnt de realiteit de verschijningsvorm van informatie te zijn.
Shouchen Zhan aan de Stanford universiteit, en Anton Zeilinger aan de universiteit van Wenen, en Ed Fredkin van het Michigan Institute of Technology, zijn dezelfde mening toegedaan, namelijk dat materie komt van een gestructureerde of georganiseerde onderlaag van informatie. Dat tastbare materie feitelijk de manifestatie is van etherische informatie.
Het klinkt allemaal bizar. En het lijkt totaal niet op het lied dat ik in mijn jeugd geleerd heb. Maar het is maar een klein beetje meer ongeloofelijk dan het bewezen fenomeen dat ongrijpbare energie een metamorfose ondergaat naar materie.
Dit is heel logisch wanneer in feite materie is gemaakt van energie, en energie is gemaakt van informatie. Plotseling is het oude conondrum van hoe de materiele hersenen de etherische geest en bewustzijn opwekken verdampt. Het is geen kwestie van bewustzijn wat veroorzaakt wordt door materie, maar het is juist precies het tegenovergestelde, dat materie veroorzaakt wordt door bewustzijn.
Bewustzijn als informatie of wijsheid, is aanwezig in elk atoom. Bewustzijn is alomtegenwoordig in het heelal, net als wijsheid de basis is van al het bestaan.
De boom en alle andere delen van de natuur zijn fysieke uitdrukkingen van de golfvormige energie waarvan ze gemaakt zijn. En die golfvormige energie is niks anders dan de manifestatie van de wijsheid waar het van gemaakt is. Het bestaan wat zo vertrouwd is aan onze tastzin is maar een metafoor die subtiel impliceert dat er een onderliggende waarheid is die veel groter is in zijn eenvoud dan de meest exotische complexiteit van het leven en de hersenen. De diversiteit van de kosmos, opgebouwd van tijd, ruimte, en materie, is verrezen uit een singulariteit. Niet het fysieke soort wat verscholen zit in een zwart gat, maar een eenheid, tot stand gebracht door bewustzijn, de eerste scheppingsdaad.
J.A. Wheeler, tijdens een BBC uitzending “De Schepping van het Universum”, vatte de zoektocht naar de ultieme realiteit zo samen: “Volgens mij moet er ten grondslag aan alles niet een simpele formule liggen, maar een heel simpel IDEE. En volgens mij is dat idee, wanneer we het uiteindelijk ontdekken, zo overweldigend, zo onvermijdelijk, zo mooi, dat we tegen elkaar zullen zeggen: 'Hoe heeft het ooit anders kunnen zijn?'”
Plato beschreef onze perceptie van het leven alsof we personen zijn die schaduwen op een muur zien, en die totaal onbewust zijn van de realiteit die die twee dimensionale afbeeldingen produceert. De profeet Jesaja legde 300 jaar voor Plato de basis voor zijn anologie:
“Dan zullen de ogen der blinden geopend en de oren der doven ontsloten worden ….. Het volk dat in donkerheid wandelt, ziet een groot licht; over hen die wonen in een land van diepe duisternis, straalt een licht.” Jes 35:5, 9:1
Het bestuderen van ons universum blijkt uiteindelijk het beoefenen van semiotiek te zijn.